Erfenis Hendrik Jan en Antonia
Hoewel Antonetta van Groenendaal al in 1806 overlijdt, wordt de erfenis van Jan Hendrik en Antonetta pas 28-04-1831 uitgesproken. Lang was onduidelijk waarom na zo lange tijd een ongedeelde erfboedel te hebben gedeeld, deling nu van belang is. Nu is dat duidelijk: De volgende dag trouwt de oudste dochter van de overleden zus van Daniël.
Op zijn site www.oudzijtaart.nl transcribeert Martien van Asseldonk de erfenis als volgt:
"1. Daniel van Sleeuwen, bouwman te Veghel, 2. Maria van Sleeuwen, echtgenote van Arnoldus van Os, bouwman te Veghel, 3. Catharina van Sleeuwen, echtgenote van Martinus Verputten, landbouwer te Uden, 4. Maria van Son, landbouwster te Veghel en 5. Johannes van Son, landbouwer te Veghel. De laatste twee zijn meerderjarige kinderen van Aart van Son en Jennemarie van Sleeuwen, in leven echtlieden en beiden overleden in Veghel.
Samen zijn ze kinderen en kindskinderen van Jan van Sleeuwen, 35 jaar geleden overleden te Veghel en van Antonetta van de Groenendaal, 24 jaar geleden te Veghel overleden.
Ze delen de goederen welke deze ouders hebben achter gelaten.
Een bouwmanswoning met schuur en stallen, schop, bakhuis en verder getimmerte met bijbehorende bouw- en weilanden, gelegen te Veghel aan de Heide, ter plaatse genaamd Krekelshof. Een perceel groesland bestaande uit drie velden. Een perceel land genaamd Verhoegen dries. Groesland , bestaande in vier velden. Twee velden gelegen op den Hogen akker. Drie stukken land, een perceel genaamd Cornelisland. Groesland in de Rijt, land op de Heijakker, genaamd Oetelaarskamp, land op de Hennenberg, heide gelegen op de hoger Duinen , land te Veghel in de Krekelhof, groesland zijnde kort hooi, te Schijndel in de Konkert en als laatste een stuk land te Veghel op de Krekelhof. "