Cornelis Abspoel en Francina Kuijl

Let op: opent in een nieuw venster | Afdrukken |

Cornelis Evert Abspoel is de oudste zoon van Evert Jacob Abspoel en Engelina Gijsberta van der Henst. Hij wordt in 1838 in Leiden geboren. Het gezin woont dan op de Lange Langegracht 871 in Leiden. In het huis woont ook de familie Pouw.

Op 19 november 1862 trouwt hij in Leiden met Fransje Kuijl. Francina Kuijl is de dochter van Hendrik Kuijl en Catharina Wilhelmina Frankhuijsen. Ook zij wordt in 1835 in Leiden geboren.
In de familie gaat het gerucht dat zij een vondeling is geweest. Uit de geboorte-akte blijkt hiervan niets. Er zijn geen bijzondere aantekeningen gemaakt. Haar ouders krijgen welliswaar laat, maar wel veel kinderen, want Francina groeit op in een gezin van (tenminste) 9 kinderen.

Na hun huwelijk vestigen zij zich ook in Leiden waar in de periode 1864 tot 1871 hun kinderen in Leiden geboren worden. In 1864 is hun adres Haarlemstraat in Leiden. Hun jongste dochter wordt in januari 1874 op de Vollersgracht in Zoeterwoude (nu Leiden) geboren. Op 7 maart 1874 vestigt het gezin zich met 2 mannen (Cornelis Evert en zoon Evert Jacob, 10 jaar) en 3 vrouwen (Fransje en haar dochters Catharina 8 jaar en Gijsberta, 2 maanden) in Haarlem. Op 1 maart 1874 is Cornelis daar als letterzetter in dienst getreden bij de Drukkerij Joh. Enschedé.Joh. Enschedé en Zonen Klokhuisplein Haarlem, datum onbekend

In eerste instantie vestigt het gezin zich op de Burgwal. Rond 1882 (slechts 8 jaar later) wordt deze wijk in en onderzoek naar de volksgezondheid omschreven als een sloppenwijk, waar veel mensen bij elkaar in huis woonden. Waarschijnlijk was dit een plek waar je je als nieuwkomer snel kon vestigen. Binnen een jaar verhuizen ze naar de Lange Poellaan 30 waar ze tot tenminste 1878 wonen.

 



 

 

 

 

 

 

 

In 1879 worden alle werknemers van de firma Enschedé op de foto gezet. Zo ook Cornelis, die op dat moment 5 jaar op de bovenzetterij van de firma werkt.

Ze blijven niet op de Lange Poellaan wonen. In 1884 wonen zij aan de Leidsevaart B32, in 1891 wonen ze aan de Brouwersstraat 32. Dit is waarschijnlijk hetzelfde huis.

In 1895 wonen zij in de Oranjestraat, en in 1897 wonen zij (net als Evert Jacob zijn zoon) in de Casteleijnstraat. Zij wonen op 14 terwijl hun zoon op 21 woont. Er woont nog slechts één dochter thuis.

Gedurende zijn hele leven werkt Cornelis in de letterzetterij. Hij klimt op tot hoofd van de letterzetterij. In het eerste jaar krijgt hij een regulier weekloon van f9,50. Afhankelijk van overwerk kreeg hij daar overwerk loon bij. Bij zijn overlijden in 1897 is zijn weekloon f 19.

Daarnaast is hij jarenlang lid van de Typografische vereniging van de firma Enschedé: “Tot nut en gezellig verkeer”. Vanaf maart 1892 is hij voorzitter van de vereniging. Dit is een vereniging die naast gezelligheid ook een verzekering bij ziekte en overlijden bood aan medewerkers. Het archief van Joh. Enschedé bevat nog notulen van deze vereniging. In de jaarvergaderingen tussen 1892 en 1897 wordt met name gesproken over het Kopperfeest dat elk jaar wordt gehouden. De kosten die daarvoor gemaakt kunnen worden zijn afhankelijk van de uitgaven dat jaar aan ziektegeld en uitkering bij overlijden.

In 1886 trouwt hun oudste zoon Evert Jacob met Catharina Heeres in Haarlem.

1897 21 april overlijdensadvertentie in Leids Dagblad

In april 1897 overlijdt Cornelis Evert plotseling. In zijn overlijdensadvertentie in Haarlem staat:

"Tot onze diepe droefheid overleed heden, plotseling onze innig geliefde grootvader, de heer Cornelis Evert Abspoel in den ouderdom van ruim 58 jaren
Uit aller naam: wed. F. Abspoel-Kuyl
Haarlem, 17 april 1897
Algemeene Kennisgeving
Tevens wordt bij deze onze welgemeende dank betuigd aan allen, die bij het treffend ongeval zoo bereidwillig hulp hebben verleend."

Cornelis Evert overlijdt op zaterdagavond 1897, waarna in verband met Pasen een aantal dagen geen krant verschijnt. Na het weekend staat volgend bericht in de krant:

Uit: Haarlems Dagblad 21-4-1897

"Den heer C.E. Abspoel, chef van de afdeeling zetterij van de firma Joh. Enschedé & zoon, overkwam dinsdagavond bij het naar huis gaan een treffend ongeval. Een pas of 20 van zijn woning nog verwijderd, zakte hij ineenen en werd dood opgenomen; een beroerte had een einde aan zijn leven gemaakt De heer Abspoel was een groot aantal jaren president van de typografische vereeniging “Tot nut en gezellig verkeer”, welke vereeniging in hem een groot verlies te betreuren heeft. Naar wij vernomen zullen morgen (woensdag) vele leden van de vereeniging bij de begrafenis tegenwoordig zijn en een krans namesn de vereeniigng het lijkkleed dekken."

 

 

In een separaat overlijdensbericht wordt melding gemaakt van het overlijden van  C.E. Abspoel, 58 j., Casteleijnstraat 18, Haarlem.  (volgens de burgerlijke stand woonde de familie op 14)

 

1897 20 april directieaantekeningen fa EnschedéIn de directienotulen van de firma Enschedé lezen we dat de meesterknecht Abspoel is overleden. Als tijdelijk meesterknecht wordt de heer Kerkhoff aangesteld.

 

Op 22 april lezen we in het Haarlems Dagblad:
"Uitvaart C.E. Abspoel

Heden, Woensdagmorgen te 12 uur werd alhier op de algemeene begraafplaats aan den Schoterweg ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den heer C.E. Abspoel. Vooraan in den stoet gingen de leden van de Typografische Vereeniigng “Tot nut en gezellig verkeer” met een omfloersde banier.
Aan de geopende groeve schaarden zich ook de heeren Joh. Enschedé en Chr. Enschedé. Verder de zetters van de afdeeling waarvan de overledene chef was en de leden der typografische vereeniging. De lijkkist was door de zetters van de firma Enschedé grafwaarts gedragen. De heer mr. Joh. Enschedé, die op het graf het eerste woord voerde, zeide, dat het hem eene groote behoefte was hier een woord van afscheid te spreken, ook namens zijn neef, die verhinderd was her tegenwoordig te zijn. De overledene had de firma jarenlang trouw gediend en genoot het vertrouwen zowel van hen die onder hem gesteld waren als van hen die hem eene gewichtige en verantwoordelijke betrekking hadden opgedragen.
Dat hij velen tot een voorbeeld mocht zijn, wenschte spreker en zijne nagedachtenis zou bij de firma reeds in dankbare herinnering zijn.
Namens de afdeeling waarvan de overledene chef was, sprak de heer v. d. Berg. Hij richte eenige woorden van troost aan de nagelaten betrekkingen hen herinnerende aan de woorden van psalm 37:5 “Werpt  al uwe bekommernissen op mij, zegt de Heere en ik zal u wel maken” Zijne kameraden herinnerde hij eraan, welk een ernstige roepstem het overlijden van Abspoel voor hen was.
Namens de typografische vereeniging sprak de heer Broekmeier, die uiteenzette hoe de overledene een steun en hulp der Vereeniging was en daarvoor de familie zijn dank bracht.

Een der familieleden dankte daarop allen voor den overledene bewezen laatste eer en hiermede was de treurige plechtigheid geëindigd."

 

In het archief van de Drukkerij Joh. Enschedé zijn nog aantekeningen van het gesproken te vinden en een bedankbrief voor de aanwezigheid van de heren Enschedé bij de begrafenis.

 

 

 

Bij de viering van het 50 jarig bestaan van de Typografische vereniging wordt nog een woord aan de bijdrage van Cornelis als voorzitter van de vereniging gewijd. Hij was 25 jaar lang voorzitter. Hij stelde daarbij het Weduwen en Reservefonds in. Een belangrijke bijdrage aan de vereniging.

 

Fransje is dan een weduwe geworden, met een ongetrouwde dochter (Gijsberta Engelina). Deze dochter trouwt in 1900. Al  op 20 april heeft zij WJHDD Enschedé gevraagd om in de firma haar situatie te bepleiten. De firma besluit om haar 4 weeklonen ad f 19 uit te keren bij wijze van tegemoetkoming. In het archief van de firma Enschedé vinden wij een kaartje van een van de regenten gericht aan een der vennoten.

"Gij kunt de weduwe van Abspoel gelukwenschen. Zij is met eene woning in het Frans Loenenhofje begiftigd."

Het kaartje is getekend 29 juli 1897

We mogen hieruit concluderen dat één van de firmanten op deze wijze voor haar heeft willen zorgen.

Van 1897-1910 heeft zij in het Frans Loenenhofje in Haarlem een huisje bewoond. (Huidig adres: Witte Herenstraat 24a)

In het hofje wonen gereformeerde vrouwen die wanneer zij geen inkomen hebben, om niet kunnen wonen en een (klein) inkomen krijgen. Alle bezittingen en erfenissen gaan over naar de regenten van het Frans Loenenhofje volgens het reglement uit 1844.

Wij kunnen er dan ook vanuit gaan dat behalve de betaling van salaris tot half mei 1897 Francina geen inkomen had.


uitzicht frans loenenhofjeop de foto huis Brechts de deur dichtst bij de poort is huis B,  links is het smalle raam van huis A.
uitzicht van Francina
op de tuin van het hofje
en de Evangelisch Lutherse kerk

 

 

 

 

 

 

huis ALinks van de poort woont Francina in huisje A.
Op de foto (sept 2007) spreken we met de huidige bewoner.  Van 1897 tot 1902 woonde zij in huisje 2/B. Dat is het eerste huisje nadat je de poort binnen bent.Na 1902 woonde zij in huisje A. Dit is het huis in de poort van het hofje. Op de foto is het het huisje links van de poort. De deur van het huis zat links in de poort. De toegang tot het toilet zat rechts in de poort.

Ze heeft tot 1910 in het Frans Loenenhofje gewoond.

In 1910 verhuist Fransje naar Utrecht.

Francina Kuijl is in 1918 in Den Haag overleden.