Jan van Sleeuwen en Catharina van Zutphen
Johannes van Sleeuwen wordt in 1816 geboren als oudste zoon in het gezin van Daniel Sleeuwens en Catharina van Cleef. (link) Hij krijgt nog 3 broers voor zijn moeder in 1825 overlijdt.
Het gezin woont samen met het gezin van de zus van zijn vader op de Krekelshof aan de heide in het oosten van Veghel op de grens met Uden.
Jan en Catharina = woonhuis E 1311
school = lagere school in Zijtaart
van Zutphen = oudershuis Catharina
Krekelshof = oudershuis Jan
blauw = Zuid Willemsvaart
Gezien de vaardige en nette wijze waarop hij later schrijft mogen we aannemen dat hij een aantal jaren (adequaat) naar school is gegaan. Hij groeit op in een gezin met veel mannen, omdat er enkel zoons door zijn moeder en tante zijn gebaard. In 1830 woont ook nog zijn oom Hendrik (ongehuwd) in. Ze woonden met 12 personen in 1 boerderij. Zijn vader Daniël heeft wel eigen grond en daarop een eigen schuur. Tot zijn huwelijk woont hij op de Krekelshof.
In juni 1846 trouwt Johannes van Sleeuwen met Catharina van Zutphen.
Catharina van Zutphen is geboren in 1822. Haar ouders bezitten (en bewonen) een huis aan de Beukelaar. (kadastraal perceel Veghel B Heide 1244).
Na hun huwelijk vestigen zij zich aan de andere kant van Veghel, in Zondveld. Waarom zij van het oosten naar het westen verhuizen is niet duidelijk. Wel is duidelijk dat rond 1832 de erven van de grootvader van Johannes van Sleeuwen (waaronder zijn vader Daniel) in de Biezen twee huizen en grond hebben.
In 1847 is in het kadaster de aankoop door Johannes van Sleeuwen van een stuk grond in Zondveld beschreven.(vaak vond deze beschrijving verlaat plaats) Daarbij koopt hij van de weduwe van Willem van der Hagen, koopvrouw wonende te St. Oedenrode het huis dat staat op kadastraal nummer E 1311. Hierop staan volgens het kadaster een huis, een stal en schuur. In deze periode draagt het adres G 44. Nu is dit Zondveldsestraat 11a en 13.
Zijn bezit ligt grotendeels in de buurt van de boerderij op twee weilanden in Rijbroek na.
Op de diverse akten is Jan van Sleeuwen tussen 1830 en 1883 landbouwer of bouwman.
Hij breidt in die eerste jaren uit met nog een aantal aankopen. In 1857 is zijn totale bezit ruim 7 hectare groot. Het grootste deel zijn weilanden. Ongeveer 1,5 ha. is bouwland. Een klein deel is heide en dus nog te ontginnen.
Er is veel werk te doen op de boerderij (en de kinderen zijn nog jong: tussen 1849 en 1853 hebben de volgende knechten en meiden ingewoond:
•Lambertus Smits (geb. 1825, Veghel) bouwknecht, vertrekt 24-2-1852 naar St. Oedenrode,
•Martinus van den Heuvel (geb. 1835, St Oedenrode), bouwknecht vertrokken
•Theodora Habraken, (geb. 1822, Schijndel), dienstmeid, vertrekt 24-2-1853 naar St. Oedenrode
•Johannes Coppens (geb. 1826, Veghel) bouwman, vertrekt 1852
•Hendrick van den Heuvel (geb. 1837, Veghel), bouwman, vertrekt 1851/1853
In 1855 overlijdt Daniël Sleeuwens, zijn vader.
Mogelijk komt hierbij een erfenis vrij, aangezien in 1858 1,5 ha ontgonnen grond in Rijbroek wordt aangeschaft.
Tot dit moment heeft Jan van Sleeuwen al zijn grond en huizen gekocht met eigen geld.
Hij schaft hij nog een forse lap grond aan op een openbare verkoping in 17-6-1868. Het gaat hierbij vooral om bouwland deels in Rijbroek en deels in Zijtaart. Jan sluit hiervoor een hypotheek af bij de gemeente Veghel voor fl. 175,= (505-34,637-1621). In 1875 is zijn bezit daarmee bijna 14 ha groot.
In Zijtaart is voor de kinderen van de Biezen, Doornhoek en Zijtaart vanaf 1810 een openbare basisschool. Dit betekent dat de kinderen op een redelijke loopafstand naar school kunnen.
De kerk staat echter wel in Veghel. Op dat moment is dat nog de schuurkerk die in de periode van de reformatie schuilkerk was. Er wordt gebouwd aan de huidige Lambertuskerk.
Toch pleiten de inwoners van Zijtaart van 1854 in Veghel bij pastoor van Miert voor een eigen parochie. Zij doen hiervoor veelvuldig verzoeken en bezoeken de pastoor en schrijven aan de bisschop. Bij de gemeenteraad doen zij een verzoek voor voorspraak bij de het bisdom. Hier is steeds een kleine groep mannen mee belast. Jan van Sleeuwen gaat regelmatig mee en een aantal van de brieven lijken gezien het handschrift van zijn hand. (zie rechts)
Zij krijgen van de bisschop te horen dat eerst de kerk in Veghel maar klaar moet zijn. Deken van Miert is daar de Lambertuskerk (architect J. Cuijpers) aan het bouwen. Deze kerk is in 1864 klaar, waarna opnieuw verzoekschriften worden ingediend.
Er volgt een heftig gesprek met de pastoor in Veghel die de kerkgangers uit Zijtaart en Zondveld ook nodig heeft (die brengen immers ook geld in het laatje. ) Door bemiddeling in het bisdom krijgen de inwoners van de vier gehuchten toch voet aan de grond en toestemming van de bisschop om een kerk te bouwen.
Een verzoek om mede bekostiging door de gemeente wordt steeds vooruit geschoven en komt (als een uitgestelde lening) pas aan de orde bij de bouw van de pastorie.
Een ruzie tussen de kerkdorpen volgt over de plaats waar de kerk gebouwd moet worden. Gelukkig doet de bisschop hierover een uitspraak en op die plaats zal de kerk gebouwd worden . Tenminste tussen 1870 en 1872 zit Jan van Sleeuwen in de bouwcommissie van de kerk. Eind 1871 is de kerk gereed en met het nieuwe jaar wordt hij in gebruik genomen.
Zowel Jan als Catharina zijn actief in de kerk. Bij menig vormsel zijn zij peetvader en peetmoeder. Juist ook nadat hun eigen kinderen deze leeftijd hadden.
In de stukken over de bouwcommissie wordt ook melding gemaakt van het gemeenteraadslidmaatschap van Jan van Sleeuwen. Hij is (vermoedelijk) tot zijn overlijden in 1883 gemeenteraadlid gebleven. Hij beijvert daar de belangen van de vier gehuchten met name als het om bekostigingen van het onderhoud van de kerk en de bekostiging van het onderwijs gaat.
Jan en Catharina hebben 10 kinderen gekregen. Hiervan zijn er 3 op zeer jeugdige leeftijd gestorven.
Oudste zoon Johannes is tussen 1862 en 1869 bij de (dan nog vrijgezelle) broers Gerardus en Petrus van Zutphen (broers van zijn moeder) gaan wonen. Het adres voor de burgelijke stand is Beukelaar no. 373 NK. Rond 1870 vestigt hij zich weer bij zijn ouders.
In 1874 trouwt zijn oudste dochter Maria met Hendrikus van de Krommert.
Waar zij gaan wonen is mij onbekend.
In 1875 is Catharina van Zutphen bij het Vormsel peetmoeder voor de meisjes die het Vormsel deden. Het vormsel werd eens in de vier jaar in de kerk te Veghel toegediend. De Vormelingen gingen er gezeten op een kar naartoe.
Bij het vormsel vier jaar later in 1879 is Jan van Sleeuwen peetvader voor de jongens.
Tussen 1876 (wellicht iets later) en 1883 woont Anna van de Krommert (dochter van dochter Maria Catharina) in bij haar grootouders. Dit was een in die tijd zeer gebruikelijke situatie.
In 1879 trouwt Johannes van Sleeuwen met Adriana van den Tillart. Zij gaan wonen in de Biezen in Veghel.
In 1883 overlijdt Jan van Sleeuwen. Op basis van het feit dat in zijn Memorie van Successie melding wordt gemaakt van een zeer klein bedrag aan artskosten die nog moeten worden voldaan, kunnen we concluderen dat hij niet lang ziek is geweest voordat hij overleed.
Ook weten we daaruit dat hij in Erp nog ruim een hectare bouw- en weiland heeft en in Schijndel nog een hectare hooiland.
Catharina van Zutphen erft met de kinderen (Theodorus, Hendrikus, Adriana, Wilhelmina, Hendrica en Maria) de boerderij en de grond. Echter in de Memorie van Successie erven ook Johannes en Maria voor 1/7 deel.
In 1886 wordt in het kadaster melding gemaakt van het aanbouwen van een bakhuis aan het huis. Of Catharina dat nog heeft meegemaakt is de vraag. Volgens het begrafenisregister van de Lambertuskerk is haar overlijden op 13-9-1886 plotseling. Ze is 64 jaar oud geworden.
De erfenis wordt pas rond 1915 beschreven. De erven van Jan en Catharina worden dan niet langer op hetzelfde artikelnummer als hun ouders beschreven. Zij krijgen een eigen artikel (5137). Een feitelijk scheiding vindt dan evenmin plaats. We weten ook op basis van de burgerlijke stand dat de kinderen in het huis blijven wonen. Dit is niet ongebruikelijk, aangezien geen van de broers en zussen zijn getrouwd. (In 1913 overlijdt de eerste broer, wellicht is dit aanleiding tot regeling van de erfenis). Op dit moment wordt wel beschreven dat Hendrikus 1/3 van de erfenis en zijn zusters Adriana, Wilhelmina en Hendrika gezamenlijk 2/3. Maria noch Johannes komen dan in de erfdeling niet meer voor. Maria is in 1914 overleden. Het is onduidelijk waarom haar erfdeel vervalt. Zij heeft wel kinderen. Ook het erfdeel van Johannes is niet te vinden.
In 1899 en 1900 vervallen op een aantal percelen de vrijdommen. Dit wil het volgende zeggen: De heidegrond wordt door de eigenaar aangeschaft (1889) en ontgonnen (1896). De eigenaar mocht deze gronden een aantal jaren gebruiken zonder hierover grondbelasting te betalen. Dit was een beloning voor arbeid. Deze grond is door de kinderen van Johannes ontgonnen.
In 1915 trouwt Adrianus van Sleeuwen (zoon van Johannes van Sleeuwen en Adriana van den Tillart). Hij wordt tussen 1910 en 1921 als bewoner in dit huis vermeldt. Ook in 1930 woont hij hier nog.
In 2006 woont zijn schoondochter L. van Sleuwen van Dooren op dit adres: Zondveldstraat 11 a.