Evert Jacob Abspoel en Engelina van der Henst
Evert Jacob wordt in oktober 1811 in Leiden geboren als tweede zoon in het huwelijk van Cornelis Abspoel en Neeltje Verhaagen. Zijn vader was verversknecht en verver/glazenmaker. Op 27 oktober 1811 wordt hij in de Hooglandsche kerk gedoopt.
Het gezin woont in die periode in de Nieuwsteeg, de Breedestraat, Galgewater en de Ketelboetersteeg.
In 1829 staat hij ingeschreven als winkelknecht.
In 1830/1831 dient Evert Jacob in het Nederlandsche leger. Dit blijkt uit het feit dat hij Ridder van het metalen Kruis was.
Hij deed mee aan de Tiendaagse Veldtocht van 2 tot 12 augustus 1831. Het was een veldtocht van koning Willem I der Nederlanden om de Belgische Opstand met wapengeweld te onderdrukken. Hoewel die opzet slaagde, verkreeg België zijn soevereiniteit door de dreiging van Franse militaire steun. Wie had deelgenomen aan de oorlogshandelingen en zich niet had misdragen werd onderscheiden met het metalen kruis.
Gezien de leeftijd van Evert Jacob kunnen we verwachten dat hij hiermee voldeed aan zijn verplichting voor de Militaire Dienst. Op 31 januari 1831 vonden namelijk de lotingen plaats van de ligting 1830, geboren n 1811. (voor de letters A t/m L) De letters M t/m Z werden een dag later getrokken. In juli 1831 moesten de lotelingen zich in het stadshuis in Gouda melden. Alle lotelingen trokken een nummer en de laagste nummers moesten opkomen. Het was mogelijk om van lot te wisselen, daar de loten niet op naam gesteld waren. Dienstplicht was in die tijd ca. 26 maanden. Eind 1833 is Evert Jacob dan ook weer uit dienst in Leiden teruggekeerd.
Op 23-08-1837 trouwt hij met Engelina Gijsberta van de Henst. Zij is in 1812 geboren op de Hogewoerd (kanton 1, wijk 3) geboren als dochter van Gideon van de Henst (kruidenier) en Maria Manson.
In dit huwelijk worden 7 jongens en 3 meisjes geboren. Twee jongens (beiden heten Jacobus) sterven als baby van een paar dagen oud. Maria Abspoel sterft in 1860 als meisje van zeven.
Van 1839 tot 1846 woont het gezin op de Lange Langegracht 871 (toenmalige telling). Vanaf 1849 tot aan het overlijden van Evert Jacob in 1893 wonen ze op de Hooigracht. Eerst voor hierbij nummer 734 genoteerd. In de overlijdensadvertentie zien we Hooigracht 89.
In 1846 geeft hij als beroep winkelier op, terwijl hij in 1848 oppasser is. 
Een ander opmerkelijk verschil is dat hij in 1846 opgeeft gereformeerd te zijn en in 1848 is hij Nederlands Hervormd.
In 1874 wordt het 25 jarig jubileum van Evert Jacob als waagmeester gevierd. Dit betekent dat hij hiermee in 1849 is begonnen. In 1863 is het hoofd van de waagmeesters geworden.
Hiernaast zien we een advertentie van de Nederlandsche vereeniging tot afschaffing van sterken drank. Regelmatig adverteren zij in de krant met een oproep voor een bijeenkomst. De bode heet Abspoel en woont op de Hooigracht. Omdat geen voorletters, noch een nummer is vermeld kan ik niet vaststellen of het Evert Jacob of één van zijn broers is.
In 1876 overlijdt zijn vrouw Engelina van der Henst (waarschijnlijk niet in Leiden).
Als hoofd van de Waagmeesters reageert Evert Jacob in maart 1882 op een stuk in de krant over Mie het waagpaard.
De artikelen spreken voor zich.
In 1893 overlijdt Evert Jacob. Aan de overlijdens advertentie zien we dat de familie zich inmiddels ook buiten Leiden heeft gevestigd.
